In dit artikel praat ik over de haardracht, sieraden en kostuumstijlen die voorkomen binnen de Indiase klassieke tempeldansstijl Odissi. Een klassieke tempelstijl afkomstig uit het Oostelijk gedeelte van India, met haar origine in Odissa.
Odissi sieraden (Alankara)
Onder de klassieke Indiase tempeldansen is Odissi uniek in haar gebruik van zilveren sieraden. De dansers dragen alleen fijn bewerkte filigrane zilveren of witte sieraden. Filigraan, wat in het Frans dun draad betekent. Dit heet Tarchasi in Oriya (de taal van Odissa).
Het productieproces van de zilveren sieraden
Deze kunstvorm wordt traditioneel uitgevoerd door hoog bekwame lokale ambachtslieden aan de kust van Odissa, te Oost-India. Het creëren van elk sieraad is een samenwerking tussen verschillende ambachtslieden, die elk gespecialiseerd zijn in een van de vele stappen waarbij een stuk onbewerkt zilver veranderd wordt in een handgemaakt meesterkunstwerk.
Eerst wordt het zilver gesmolten in een kleine pot gemaakt van aardewerk, die weer in een emmer vol hete kolen wordt geplaatst. De temperatuur wordt gereguleerd door een balg die met de hand wordt bediend middels een slinger. Het smeltproces duurt ongeveer tien minuten, waarna het zilver in een kleine staafachtige vorm wordt gegoten. De staaf wordt afgekoeld door deze in water onder te dompelen. De staaf wordt vervolgens in een machine geplaatst die de staaf in een lange, dunne draad drukt. Dit vervelende en fysiek veeleisend proces wordt traditioneel met de hand uitgevoerd en er zijn twee mannen nodig om de slinger te draaien.
Dit kneedbare draad kan direct met de hand worden gesneden naar mooie en complexe sieraden designs. Dit kneedbare draad kan ook op een andere manier gevormd worden tot een mooie zilveren sieraad. De ambachtsman laat het kneedbare draad dan bijvoorbeeld smeulen boven een klein kerosinevuur waarbij de ene ambachtsman de vlam gericht stuurt met een holle buis in zijn mond, terwijl de andere ambachtsman de draad in het gewenste frame/design vormt.
De draden worden vervolgens aan elkaar geregen, gedraaid en gevormd tot een sieradendesign door de fijne en bedreven hand van de ambachtsman.
Het solderen van afzonderlijke sieradenonderdelen tot één sieraad wordt gedaan door het stuk in een mengsel van boraxpoeder en water te plaatsen, er soldeerpoeder op te strooien en het vervolgens weer onder een kleine vlam te plaatsen. Dit zorgt ervoor dat alle details van de sieradenonderdelen intact blijven. Zodra dit proces is afgerond, neemt de ambachtsman het warme stuk en vormt deze naar het gewenste sieradendesign. Tot slot wordt het sieraad gevijld en gepolijst door het te weken in een schuimig mengsel van water en gespleten noten. Deze noten zijn afkomstig van een boom die "de zeepnoten boom" wordt genoemd. Het zilveren sieraad is nu klaar om gedragen te worden door de Odissi danser/danseres.
Odissi sieraden
1. De vrouwelijke danser draagt een zilveren Tikka of Sinthi in de haarscheiding.
2. De zilveren Tikka wordt ook gedragen door vrouwelijke dansers, tezamen met decoratieve zilveren kettingen zowel aan de linker- als rechterkant van het hoofd. Deze reiken tot aan de oren. Dit ornament staat bekend als de Alaka of Mathapatti.
3. Kaan of Kaapa zijn oorbellen die het hele oor bedekken. Ze hebben de vorm van een pauw of andere geometrische designs en worden soms vergezeld met grote bungelende klokvormige jhumka's die aan de onderkant van de oorbel zijn bevestigd.
4. Zowel mannelijke als vrouwelijke dansers kunnen twee tot vier kettingen dragen, namelijk:
A. De Cheeka - een kleinere die dicht bij de nek wordt gedragen.
B. De Haara - een langere ketting met een hangende hanger onder de borsten.
5. Dansers dragen een zilveren riem, Bengapatia, om hun middel, bestaande uit 3 lagen. De Bengapatia wordt meestal gemaakt met seculiere zilveren schijven die in drie rijen aan elkaar zijn geregen. De Bengapatia wordt gedragen door zowel mannelijke als vrouwelijke dansers.
6. De danser draagt ook zilveren armbanden of Taaita/Baajuband/Bahichudi.
7. De brede filigrane armbanden staan ​​bekend als Chud of Chudi of Kankana.
8. Vrouwelijke dansers dragen vaak een grote zilveren filigrane speld of een halve maan van zilver over de speld op hun haarknot.
9. De enkelbanden heten Paunji.
10. De danser kan ook ringen (Anguthi) aan de vingers dragen.
Odissi haardracht (Kesh-Sajja)
Abhinaya Chandrika, een danstekst geschreven door Maheshvara Mahapatra, bevat uitgebreide haarontwerpen voor een vrouwelijke Odissi danseres. Sommige hiervan zijn ook terug te zien in de tempelsculpturen van Odissa.
De meest gedragen haardracht is een haarknot aan de achterkant van het hoofd, versierd met een Pushpuchuda (een hoofdsieraad). Door het haar aan de achterkant (midden) van het hoofd en rondom een grote ring (haar doughnut) te binden om de vorm vol te maken, ontstaat dit prachtige kapsel. Dit wordt af en toe gecombineerd met haar dat op de rug is gevlochten, als de danser ervoor kiest om de Mahari-traditie te volgen.
Pushpachuda is gemaakt van Shola-merg, een plantaardig materiaal dat vooral bekend staat om het maken van de merghelmen met het Britse koloniale patroon. Het vormen van de zachte, witte binnenste stengel van het Shola-merg, welke in Orissa en Bengalen groeit, is een uniek regionaal ambacht. Hoewel Shola-merg organisch is, lijkt de textuur ervan sterk op plastic piepschuim of thermocol. De kunst van het snijden en bewerken van Shola-merg is ontwikkeld om de buitengewoon onderscheidende bloemenkroon (Mukoot) te creëren in het uitgebreide kapsel van de Odissi danseres.
De Pushpachuda (ook wel Mukoot genoemd) bestaat uit twee delen:
Gobha
Een met bloemen versierd achterstuk genaamd Gobha wordt gedragen rondom het haar van de Odissi danseres in een knot (jura) aan de achterkant van het hoofd. De bloemen vertegenwoordigen 'kadamb' bloemen, beschouwd als de favoriete bloemen van Lord Krishna, de Godheid van Odissi. De bloempjes, geplaatst op een groen stokje rondom de Gobha vertegenwoordigen de heilige stralen van de zon. Er zijn vier soorten bloemen die zijn verwerkt in de Pushpachuda, namelijk de: Kadamba (kadam), Golap (roos), Sebati (chrysanthemum) en knoppen van de Malli (jasmijn). Het duurt meestal twee dagen om een Pushpachuda te maken, uiteraard alleen met de hand.
Tahiya
Het langere stuk dat uit het midden van de Gobha uitsteekt, wordt Tahiya genoemd en dit vertegenwoordigt de torenspits van de iconische Jagannath-tempel in Puri te India, of de fluit van Lord Krishna.
Odissi kostuum (Beshbhusa)
Geschiedenis van het Odissi kostuum
De Maharis, die in de tempels dansten, droegen meestal een zwart fluwelen sareeblouse met de saree vanaf de taille naar beneden gewikkeld. Toen Odissi in haar beginfase op het podium werd gepresenteerd, werd de saree eerst gedrapeerd om het lichaam van de Odissi danser als een dhoti om zodoende een broek te vormen. Het mooie decoratieve uiteinde van de saree (Pallu) werd dan vooraan tussen de benen gespreid vastgebonden. Door de jaren heen zijn er verschillende drapeerstijlen ontstaan om de saree om het lichaam van de Odissi danser heen te draperen. Tegenwoordig worden de sarees ook gedragen als pasklare kostuums. Deze zijn al in model genaaid. De Odissi kostuummodellen verschillen afhankelijk van de Gharana (Odissistroming) die een danser praktiseert. Ongeacht de Gharana die een Odissi danser praktiseert, zie je steeds vaker dat Odissi dansers er ook voor kiezen andere modellen Odissi kostuums te dragen die niet gelieerd zijn aan hun Gharana.
Kostuumstijlen
Wijlen Odissi Guru Kelucharan Mohapatra was de eerste Guru die een Odissi kostuum op maat ontwierp. In dit ontwerp is het decoratieve uiteinde van de saree (Pallu) al geplooid en gestreken in de vorm van een waaier. Deze wordt op het kostuum vastgeklikt zodat deze uitwaaiert als de Odissi danser de Chauka positie aanneemt.
Dit patroon werd bekend als het waaierstijl kostuum. In deze kostuumstijl is de blouse gemaakt van hetzelfde saree materiaal als de waaier die tussen de benen van de danseres hangt.
Een populaire variatie op deze kostuumstijl is om de decoratieve voorkant verticaal langs de voorkant over de gehele lengte van de benen te plooien. Deze kostuumstijl staat wat dichter bij de traditie van de Mahari-tempeldanser. Odissi dansers hebben door de tijd heen verschillende variaties op de lengte of hoek van de waaier tussen de benen in de kostuumstijl ontworpen, maar het belangrijkste onderscheid is de verticaal gedrapeerde waaier over de gehele lengte van de benen of de knie-tot-knie gedrapeerde waaier, ookwel bekend als de Dhoti-stijl of Mahari-stijl.
Kostuum onderdelen
* Om de heupen is van achteren een stof gedrapeerd die de heuplijn bepaalt, ookwel de natabari.
* De blouse (gemaakt van hetzelfde saree materiaal als de waaier die tussen de benen van de Odissi danser/danseres wordt gedrapeerd.
* Aanchal of de Pallu (ook van hetzelfde saree-materiaal) is geplooid, net zoals de waaier tussen de benen van de Odissi danseres. De Aanchal/Pallu bedekt de borsten van de danseres. Dit kostuum onderdeel wordt voornamelijk gedragen door vrouwelijke Odissi dansers.
Saree materiaal
De geweven saree die voor een Odissi kostuum wordt gebruikt, is veelal afkomstig uit Sambalpur, Berhampur en Cuttack. Terwijl de schitterende zijden Sambalpur Ikkat sarees bekend staan om hun ingewikkelde weeftechniek en subtiele kleurencombinaties, zijn de Cuttack sarees betreft kleuren meer contrasterend. De zijden Berhampur sarees staan bekend om hun smalle Rudraksha-randen (borders) en verbluffende kleurencombinaties.Een ander type saree die bij veel dansers in de smaak valt is de Bomkai saree. Deze heeft een lange en fijn geweven Pallu, die gemakkelijk kan worden verwerkt tot de de waaier aan de voorkant tussen de benen van de Odissi danser/danseres.
De sareestof die voor Odissi kostuums op het podium wordt gebruikt, is meestal gemaakt van pure zijde, hoewel dansers in sommige gevallen ook kiezen voor baafta, een mengsel van katoen en zijde maar soms ook puur katoen.
Comments