Odissi
Odissi, of Orissi, is een klassieke tempeldansvorm afkomstig uit de deelstaat Orissa, India. Odissi wordt gekenmerkt door de vloeiende bewegingen van het bovenlichaam (zoals de golven van de oceaan aan de oevers van Puri) en de gratie in handgebaren (mudra’s) en polswerk (zwaaien van de handpalmen), afgewisseld met stevig voetenwerk (dit symboliseert de hartslag van Moeder Aarde).
Niet geheel onbelangrijk, Odissi herken je direct aan de Bhanga’s (lichaamshoudingen).
De meest bekende zijn de Chauka en de Tribhanga.
Chauka
Chauka betekent letterlijk vierkant, wat staat voor de eerste volledig stabiele lichaamsstructuur.
Het vertegenwoordigt Lord Jagannath (Krishna in de Odiya-folklore). Lord Jagganath brengt stabiliteit in het Universum. Chauka weerspiegelt de evenwichtige, allesomvattende en Universele kwaliteit van "Dharma".
De Chauka-bhanga is een basis Odissihouding waarbij het gewicht van het lichaam gelijkmatig over beide lichaamszijden wordt verdeeld. De hielen zijn naar het midden gericht, de tenen zijn naar buiten gericht en er is een afstand van ongeveer één voet tussen de twee hielen. De knieën zijn naar buiten gedraaid en de dijen zijn gebogen.
De Tribhanga komt tot haar recht doordat de ene helft van het onderlichaam statisch blijft langs de centrale loodlijn, terwijl het andere been gewoonlijk het eerste kruist. De helft van het lichaam van de romp naar boven buigt in de tegenovergestelde richting. Het hoofd of de nek zorgt voor de derde doorbuiging van het lichaam. De Tribhanga wordt bereikt door een scherpe afbuiging van de heup van de horizontale Kati sutra en het hoofd buigt af naar dezelfde kant als de heup. Het is een ultiem vrouwelijke houding die terugkomt in sculpturen van vrouwelijke figuren en is gebaseerd op het Hindoeïstische concept van iconografie. De buigingen worden gemaakt met de knieën, de romp en de nek. Deze houding en de karakteristieke verschuiving van het bovenlichaam van links naar rechts, maken Odissi tot een moeilijk uit te voeren dansstijl.
Tribhanga
Het woord Tribhanga betekent betekent letterlijk drie buigingen. Het menselijk lichaam is verdeeld in drie Bhanga's waarlangs doorbuigingen van het hoofd, de romp en de heupen kunnen plaatsvinden. De Tribhanga is een van de meest typische houdingen van Odissi. Dit onderscheid Odissi van andere Indiase klassieke dansen.
Het lichaam van de danser is in deze Bhanga verdeeld in drie delen waardoor deze gracieus en sensueel is. De Tribhanga-houding brengt alle vrouwelijke kwaliteiten naar voren. In deze houding kan het lichaam van de danser zacht, aanlokkelijk, plagerig, liefdevol, uitnodigend, sensueel of moederlijk zijn, afhankelijk van de stemming binnen het dansitem en het personage dat wordt geportretteerd.
Het gewicht in de Tribhanga-houding wordt lichtjes naar de heup (aan beide kanten) verschoven, waarbij de romp een beetje naar de andere kant wordt afgebogen, en het hoofd gebogen.
Alle klassieke Indiase dansvormen omvatten zowel pure ritmische dansen als acteer/mimiek- of verhaaldansen.
De ritmische dansen van Odissi worden Batu/Sthayi (fundament), Pallavi (bloei) en Moksha (bevrijding) genoemd. De acteer/mimiekdansen worden Abhinaya’s genoemd.
Hoewel Abhinaya dansitems een scala aan emoties en mythologieën omvatten, staat de eeuwige vereniging van Radha en Krishna (zoals omschreven in de Gita Govinda, geschreven door Jayadeva) hierin centraal.
Volgens archeologisch materiaal is Odissi de oudste tempeldans in India die teruggaat tot de tweede eeuw voor Christus.
In de tempels van Orissa, vooral in de zonnetempel van Konark, zijn alle danshoudingen terug te zien in de sculpturen.
Wanneer er Odissi wordt gedanst, kan men zeggen dat de sculpturen van de tempel tot leven komen.